Prijsplafond op de nota

In 2023 gold het prijsplafond zodat de energierekening minder hoog werd. Door het prijsplafond betaalde je voor gas een maximaal tarief van €1,45 per m³ (tot maximaal 1.200 m³ per jaar) en voor stroom €0,40 per kWh (tot maximaal 2.900 kWh per jaar). Dit is inclusief belastingen en btw. In het voorbeeld hieronder zie je hoe we het prijsplafond op je nota vermelden.

Het prijsplafond op de nota

  1. 1
    Overheidskorting prijsplafond (CEK23)

    Op de jaarnota zie je voor welk verbruik het prijsplafond voor jou is toegepast. Dit berekenen we volgens het verbruiksplafond.

  2. 2
    Bedrag prijsplafond

    Zijn je tarieven hoger dan het prijsplafond, dan zie je het verschil tussen het gemiddelde contracttarief en het prijsplafondtarief terug als korting op je jaarnota.

    Voorbeeld: Je variabele leveringskosten voor stroom zijn €0,57 per kWh. Het prijsplafondtarief is €0,40 per kWh. Op je jaarnota zie je dan bij het prijsplafond een tarief staan van €0,17. Deze korting vermenigvuldigen we met het verbruik waarbij het prijsplafond voor jou geldt.

    Blijft het gemiddelde tarief onder het prijsplafond? Dan betaal je gewoon je lagere contracttarieven.

Voorbeeld van een jaarnota voor stroom en gas ten tijde van het prijsplafond. Omlijnd staan het verbruik en de korting voor dat verbruik.

Prijsplafond na de jaarnota in 2023

Het prijsplafond gold van 1 januari tot en met 31 december 2023, een volledig kalenderjaar. Maar veel mensen krijgen de jaarnota in de loop van het jaar. Het maximale verbruik bij het prijsplafond (1.200 m³ gas en 2.900 kWh stroom) is daarom verdeeld in twee delen. Één deel wordt verrekend op je jaarnota in 2023 en een ander deel zie je terug op de jaarnota in 2024. Dit zie je op dezelfde manier als korting verwerkt op je jaarnota in 2024.

Een voorbeeld: Als je de jaarnota in oktober ontvangt, dan worden de maanden tot oktober op je jaarnota in 2023 verwerkt. November en december 2023 zie je terug op je jaarnota van 2024.